Het optiepaneel in de werkruimte Bewerken gebruiken
Met behulp van het Optiepaneel in de werkruimte Bewerken kunt u media, overgangen, titels, afbeeldingen, animaties en filters wijzigen die u aan de tijdlijn hebt toegevoegd. Het aantal tabbladen en bedieningselementen dat beschikbaar is, is afhankelijk van het type media dat u selecteert. Als u bijvoorbeeld een videofragment selecteert en op Opties klikt in het paneel Bibliotheek, worden twee tabbladen weergegeven: het tabblad Video en het tabblad Kenmerk.
Video: Tabblad Video
• Videoduur — hier wordt de duur van het geselecteerde fragment weergegeven in uren:minuten:seconden:frames. U kunt het geselecteerde fragment bijsnijden door de duur van het fragment te wijzigen.
• Fragmentvolume — hiermee kunt u het volume van het audiosegment van de video aanpassen.
• Dempen — hiermee kunt u het geluid van het audiosegment van de video uitschakelen, zonder het segment te verwijderen.
• Fade-in/uit — hiermee kunt u het volume van het fragment geleidelijk verhogen/verlagen voor een vloeiende overgang. Selecteer Instellingen > Voorkeuren > Bewerken om de duur voor in-/uitfaden in te stellen.
• Draaien — hiermee wordt het videofragment gedraaid.
• Kleurcorrectie — hiermee kunt u tint, verzadiging, helderheid, contrast en gamma van het videofragment aanpassen. U kunt ook de witbalans van het video- of afbeeldingsfragment aanpassen of automatische toonaanpassingen aanbrengen.
• Snelheid/Tijdsverloop — hiermee kunt u de afspeelsnelheid van uw fragment aanpassen en tijdsverloop- en stroboscoopeffecten toepassen.
• Variabele snelheid — hiermee kunt u de afspeelsnelheid van een fragment wijzigen met verschillende tussenpozen.
• Video omkeren — hiermee wordt de video van achteren naar voren afgespeeld.
• Audio splitsen — hiermee kunt u het geluid uit een videobestand halen en op de stemtrack plaatsen.
• Splitsen op scène — hiermee wordt een vastgelegd DV AVI-bestand gesplitst op basis van de opnamedatum en -tijd of op basis van de wijzigingen in de video-inhoud (dat wil zeggen: wijzigingen in de beweging, cameraverschuiving, wijzigingen in de helderheid, enzovoort).
• Video multi-bijsnijden — hiermee kunt u de gewenste segmenten in een videobestand selecteren en extraheren.
• Optie voor resampling — hiermee kunt u de hoogte/breedte-verhouding voor de video instellen.
Foto: tabblad Foto
• Duur — hiermee stelt u de duur van het geselecteerde afbeeldingsfragment in.
• Draaien — hiermee wordt het afbeeldingsfragment gedraaid.
• Kleurcorrectie — hiermee kunt u tint, verzadiging, helderheid, contrast en gamma van het videofragment aanpassen. U kunt ook de witbalans van het video- of afbeeldingsfragment aanpassen of automatische toonaanpassingen aanbrengen.
• Optie voor resampling — hiermee kunt u de hoogte-breedteverhouding van een foto wijzigen bij toepassing van een overgang of effect.
• Pannen & zoomen — past het pan- en zoomeffect toe op de huidige afbeelding.
• Voorinstellingen — hiermee beschikt u over verschillende instellingen vooraf voor pannen en zoomen. Selecteer een voorinstelling in de vervolgkeuzelijst.
• Aanpassen — hiermee kunt u opgeven hoe u de huidige afbeelding wilt pannen en zoomen.
Kleur: tabblad Kleur
• Duur — hiermee stelt u de duur van het geselecteerde kleurfragment in.
• Kleurselectie — klik op het kleurvak om de kleur aan te passen.
Tabblad Kenmerk
• Masker- & chromatoets — hiermee kunt u overlayopties, zoals masker, chromatoets en transparantie toepassen.
• Uitlijningsopties — hiermee kunt u de positie van een object in het voorbeeldvenster aanpassen. Stel de optie in via het pop-upmenu Uitlijningsopties.
• Laatste filter vervangen — hiermee kunt u het laatste filter dat op een fragment is toegepast, vervangen door een nieuw filter naar het fragment te slepen. Schakel deze optie uit als u meerdere filters aan uw fragmenten wilt toevoegen.
• Toegepaste filters — hiermee worden de videofilters weergegeven die op een fragment zijn toegepast. Klik op
of
om de volgorde van de filters in te stellen. Klik op
om een filter te verwijderen.
• Voorinstellingen — hiermee beschikt u over verschillende instellingen vooraf voor filters. Selecteer een voorinstelling in de vervolgkeuzelijst.
• Filter aanpassen — hiermee kunt u het gedrag van het filter bepalen in de clip.
• Richting/Stijl — hiermee kunt u de richting en stijl van het begin/einde van het fragment instellen. Deze optie kan worden ingesteld op statisch, boven/onder, links/rechts, linksboven/rechtsboven en linksonder/rechtsonder.
Voor de stijl kunt u de richting van begin/einde van het fragment instellen via: Draaien voor/na de pauzeduur en In-/uitfaden van bewegingseffect.
• Fragment vervormen — hiermee kunt u het formaat en de verhoudingen van het fragment aanpassen.
• Rasterlijnen weergeven — hiermee kunt u de rasterlijnen weergeven. Klik op
om een dialoogvenster te openen waarin u instellingen voor de rasterlijnen kunt opgeven.
• Geavanceerde beweging — hiermee opent u het dialoogvenster
Beweging aanpassen waarin u de beweging van overlays en titels kunt aanpassen. Zie
Beweging aanpassen voor meer informatie.